-
1 wagen
wagen1〈de〉1 [voertuig] 〈boeren/circus/goederenwagen〉 wa(g)gon; 〈door hond/paard/hand getrokken〉 cart ⇒ 〈bestel/goederenwagen〉 van, 〈poppen/kinderwagen〉 pram2 [auto] car3 [met betrekking tot een schrijfmachine] carriage♦voorbeelden:2 luxe wagen • Bsaloon, Asedanmet de wagen komen • come by car————————wagen21 [op het spel zetten] risk♦voorbeelden:1 het erop wagen • chance/risk it〈 spreekwoord〉 wie niet waagt, die niet wint • nothing ventured, nothing gainedzijn kans wagen • try one's luckeen poging wagen • have a go/try at somethingwaag het eens! • just you dare!waag het niet om te lachen • don't you dare laughII 〈wederkerend werkwoord; zich wagen〉♦voorbeelden:¶ daar waag ik me niet aan • 〈 met betrekking tot voorspelling〉 you won't catch me sticking out my neck; 〈 met betrekking tot taak〉 I think I'll steer clear of that one; 〈 dat doe ik niet〉 you won't catch me doing thatzich aan iets wagen • venture to do somethingzich aan een voorspelling wagen • hazard a prophecyzich op het ijs wagen • venture onto the ice -
2 daar waag ik me niet aan
daar waag ik me niet aanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar waag ik me niet aan
-
3 belazeren
-
4 ik laat me niet belazeren
ik laat me niet belazerenyou won't catch me doing that!Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik laat me niet belazeren
-
5 zitten
1 [gezeten zijn] sit2 [zich met een doel ergens bevinden] sit3 [een functie bekleden] be4 [geruime tijd ergens vertoeven; verblijven] be5 [wonen] live6 [zich bevinden in de genoemde toestand] be7 [met betrekking tot een volharden in, gelaten worden op een plaats, in een toestand] 〈 zie voorbeelden〉8 [met betrekking tot zaken, zich bevinden, bevestigd zijn] be9 [met betrekking tot kleding] fit10 [gevuld, bedekt zijn met] be12 [met onbepaalde wijs] [bezig zijn met] be (… -ing), sit (… -ing)♦voorbeelden:1 blijf zitten • stay sitting (down), remain seatedgaan zitten • sit down, take a seat〈 figuurlijk〉 er eens voor gaan zitten • 〈 ter hand nemen〉 get (right) down to something/business; 〈 omstandig gaan vertellen〉 launch into one's storyzit je goed/lekker? • are you comfortable?aan de koffie zitten • be having coffeebij welke groep zit jij? • which group are you in?Jones zit in een vergadering • Jones is at a meeting3 in het bestuur zitten • be/serve on the boardop een kantoor zitten • be/work in an officewaar zit hij toch? • where can he be?nog in de kleine kinderen zitten • still have young children (on one's hands)hij zit in de amusementswereld/olie-industrie • he is in entertainment/oilwij zitten nog midden in de examens • we are still in the middle of the examsmet een gebroken been zitten • have a broken legop zware lasten zitten • have heavy expenseszonder werk/benzine zitten • be out of work/petrol(bijna) zonder geld zitten • have run short of moneyhij zit erover in dat hij zijn auto moet verkopen • he's upset about having to sell his car7 〈 figuurlijk〉 die weduwe bleef met twee kinderen zitten • that widow was left with two children (on her hands)op school blijven zitten • stay down a classer is iets tussen mijn tanden blijven zitten • something has (got) stuck between my teeth〈 figuurlijk〉 hij liet het er niet bij zitten • 〈 niet over zijn kant laten gaan〉 he didn't take it lying down; 〈 erover blijven zeuren〉 he wouldn't leave it alonedaar zitten we dan! • now we're in a messmet een probleem zitten • have a problemhoe zit het (dan) met …? • what about … (then)?het blijft niet zitten • it won't stay putlaat maar zitten • keep the changedat zit • that will holdhoe zit dat in elkaar? • how does it (all) fit together?; 〈 figuurlijk ook〉 how does that work?〈 figuurlijk〉 hem hebben zitten • 〈 uit zijn humeur zijn〉 be in a bad mood; 〈 dronken zijn〉 have had (a drop) too much〈 figuurlijk〉 daar zit het 'm in • that makes all the difference; 〈 daar gaat het juist om〉 that's the whole point〈 figuurlijk〉 er zit iets achter • 〈 ook〉 there's more to it (than meets the eye); 〈 verborgen moeilijkheid〉 there must be a catch to it〈 figuurlijk〉 er zat niets anders op dan toe te geven • there was nothing (else) for it but to give in〈 figuurlijk〉 wat zit er anders op? • what else is there to do?het zit los/scheef • it is loose/crooked〈 figuurlijk〉 alles zit hem mee/tegen • everything is going his way/against himzit het goed vast? • is it well secured?〈 figuurlijk〉 waar zit het hem in? • 〈 wat is de moeilijkheid〉 what's the problem?; 〈 oorzaak〉 what caused/what's causing it?in sla zit vitamine C • lettuce contains vitamin Cer zit onweer in de lucht • a thunderstorm is brewingheb jij geld in zijn zaak zitten? • have you got money in his business?er zit een vlek op je jurk • there is a stain on your dress〈 figuurlijk〉 〈 met een gebaar naar de keel〉 het zit me tot hier • I'm fed up (to the back teeth) with it〈 figuurlijk〉 hoe zit dat? gaan we of blijven we thuis? • what about it now? are we going or are we staying at home?die roman/film zit uitstekend in elkaar • that novel/film is beautifully constructed〈 figuurlijk〉 weet jij, hoe de zaak precies in elkaar zit? • do you know all the ins and outs of the matter?ergens vol mee zitten • be full of somethingonder de modder/luizen/schulden zitten • be covered with mud/lice, be (up to one's ears) in debt12 we zitten te eten • we are having dinner/lunchze zit daar maar te piekeren • she just sits there broodinghij zit te springen om naar huis te gaan • he can't wait to go homein zijn eentje zitten zingen/drinken • sit singing to oneself, be a lone drinkerzitten te zitten • hang/sit aroundhet zit er aan te komen • it's on its wayop tekenles zitten • be taking drawing lessonsop water en brood zitten • be (kept) on bread and waterwegens diefstal zitten • do time for thefthij zit overal aan • he cannot leave anything aloneachter de meisjes aan zitten • chase ((around) after) girlsdaar zit een vrouw achter • there is a woman involvedde zomer zit er weer op • the summer's over againmijn taak zit er weer op • that's my job out of the wayhet zit erop • that's that (done)wie heeft er aan mijn recorder gezeten? • who has been at/ 〈 ernstiger〉tampering with my cassette-player?〈 figuurlijk〉 achter iemand/iets aan zitten • pursue someone/something; 〈 proberen relatie aan te knopen〉 be after someone; 〈 volgen〉 follow someoneer zit een actrice in haar • she has the makings of an actress (in her)ze zit goed in de kleren • she is well off for clothesdeze auto zit al gauw op 120 km • this car does 120 km fairly easily
См. также в других словарях:
you won't catch someone doing something — you won’t/wouldn’t/catch someone doing something phrase used for saying that it is very unlikely that someone will or would do something You wouldn’t catch me taking work home every night. Thesaurus: not likely to happensynonym general words… … Useful english dictionary
catch me doing that — see me doing that, find me doing that You won t catch me skydiving. It s too dangerous … English idioms
you wouldn't catch someone doing something — you won’t/wouldn’t/catch someone doing something phrase used for saying that it is very unlikely that someone will or would do something You wouldn’t catch me taking work home every night. Thesaurus: not likely to happensynonym general words… … Useful english dictionary
catch — catch1 W1S1 [kætʃ] v past tense and past participle caught [ko:t US ko:t] ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(take and hold)¦ 2¦(find/stop somebody)¦ 3¦(see somebody doing something)¦ 4¦(illness)¦ 5 catch somebody by surprise/catch somebody off guard 6 catch somebody… … Dictionary of contemporary English
catch — 1 verb past tense and past participle caught 1 STOP/TRAP SB (T) a) to stop someone after you have been chasing them and prevent them from escaping: You can t catch me! she yelled, running away across the field. | If the guerrillas catch you, they … Longman dictionary of contemporary English
catch — [[t]kæ̱tʃ[/t]] ♦♦ catches, catching, caught 1) VERB If you catch a person or animal, you capture them after chasing them, or by using a trap, net, or other device. [V n] Police say they are confident of catching the gunman... [V n] Where did you… … English dictionary
catch/see someone dead — catch/see (someone) dead informal ◇ If you say that people wouldn t/won t catch/see you dead or that you wouldn t/won t be caught/seen dead doing something, you refuse to let others see you doing it because it would cause you to be embarrassed. I … Useful english dictionary
catch/see dead — catch/see (someone) dead informal ◇ If you say that people wouldn t/won t catch/see you dead or that you wouldn t/won t be caught/seen dead doing something, you refuse to let others see you doing it because it would cause you to be embarrassed. I … Useful english dictionary
catch — catch1 [ kætʃ ] (past tense and past participle caught [ kɔt ] ) verb *** ▸ 1 stop and hold something/someone ▸ 2 stop someone escaping ▸ 3 find and arrest ▸ 4 (hunt and) stop animal ▸ 5 get on public vehicle ▸ 6 discover someone doing something… … Usage of the words and phrases in modern English
catch — I UK [kætʃ] / US verb Word forms catch : present tense I/you/we/they catch he/she/it catches present participle catching past tense caught UK [kɔːt] / US [kɔt] past participle caught *** 1) [intransitive/transitive] to stop and hold something… … English dictionary
Catch-22 — For other uses, see Catch 22 (disambiguation). Catch 22 … Wikipedia